Openingstijden > dinsdag t/m zondag 12.00 – 17.00 uur
Drie generaties Palthe
Het Palthe Huis in Oldenzaal is het woonhuis van de familie Palthe. Johannes Palthe, een predikant en grootgrondbezitter, kocht in de 18e eeuw de voormalige stadsboerderij die in de 17e eeuw was verbouwd tot een deftig woonhuis. Drie generaties Palthe hebben in het Palthehuis gewoond, totdat in 1928 de kleindochter van Johannes Palthe, Gulia Palthe, overleed en het huis een museum werd.
In het prachtige boek Palthe Kroniek lees je alles over de familie Palthe en hun historie. Bestel voor €39,95 via info@palthehuis.nl
1767 – 1854
De eerste bewoner was dominee Johannes Palthe. Hij werd geboren in Nieuwleusen bij Zwolle. Zijn vader (Jan Arend Palthe) was daar dominee. Johannes was de jongste van zes kinderen. Hij doorliep de Latijnse school in Oldenzaal en studeerde in Groningen en Leiden. In 1799 trouwde hij met Carolina Bernhardina Racer (geboren 28 oktober 1778), een dochter van Jan Willem Racer. Het echtpaar verhuisde in 1802 naar Oldenzaal waar Johannes Palthe als dominee werd aangesteld. In 1805 betrok het gezin het huis aan de Marktstraat in Oldenzaal. Aanvankelijk predikte Johannes Palthe in de aan de protestantse gemeente toebehorende Oude of Plechelmuskerk, maar daar kwam een eind aan in 1809. Toen koning Lodewijk Napoleon, de broer van keizer Napoleon (Franse tijd van 1795-1815) Oldenzaal bezocht, beval hij dat de Plechelmuskerk aan de katholieken moest worden teruggegeven, omdat zij het grootste aantal gelovigen had. De protestantse gemeente diende een nieuwe kerk te bouwen; een Waterstaatskerk. In 1810 hield Johannes Palthe daar zijn inwijdingspreek. Naast predikant was Johannes Palthe ook een begenadigd koopman in onroerend goed. Gedeeltelijk door erfenissen, maar ook door aankopen, had hij heel veel bezittingen verkregen; van Oldenzaal naar Denekamp kon hij over eigen grond lopen, zoals beweerd wordt. Uit het huwelijk van Johannes Palthe en Carolina Racer werden acht kinderen geboren: 3 dochters en 5 zonen. Qua gezondheid ging het niet zo goed met hen. De 3 dochters stierven op de leeftijd van 4 maanden, twee jaar en 20 jaar. Twee van hun zonen werden niet ouder dan 25 en 28 jaar.
1767 – 1854
De tweede Palthe die in het huis aan de Marktstraat in Oldenzaal woonde, was de jongste zoon van Johannes Palthe. Carel Hendrik Bernard Palthe studeerde ook voor dominee. Hij was kandidaat voor een predikantplaats, maar heeft slechts één keer de kansel beklommen. In bepaalde informatie over deze Palthe wordt zelfs gewag gemaakt van het feit dat hij nooit op de preekstoel heeft gestaan. Het viel hem zwaar de consequenties van het ambt te aanvaarden. Carel H.B. Palthe wijdde zich aan het beheer van de omvangrijke bezittingen die hij geërfd had van zijn familie. Het ging om de bezittingen van de Palthes in Nieuwleusen (waar de familie regelmatig verbleef in de zomermaanden) en Oldenzaal, alsmede die bij Denekamp en De Lutte. Verder nog om huizen in Oldenzaal, de borg Beuningen en de havezate Het Everlo. Carel H.B. Palthe trouwde eerst met Amélie Marie Emérence Michgorius. Na het overlijden van zijn eerste vrouw hertrouwde hij met de zus van Amélie, genaamd Maria Emerencia Michgorius. Carel H.B. Palthe kreeg twee dochters: Carolina Bernhardina (1862-1923) die later in het huis aan de Groote Markt woonde, dat ook eigendom was geweest van haar grootvader Johannes Palthe. Guillemette (Gulia) Joanette (1863-1928) is blijven wonen in het ouderlijk huis aan de Marktstraat 13, het huidige historisch museum het Palthe Huis.